zaterdag 23 mei 2009

Oudste gedicht

Het oudste Nederlandse gedicht dat bewaard is gebleven gaat over liefde. Het is geschreven door een monnik die in de twaalfde eeuw in engeland was. Hij schreef daar teksten over in een klein, saai kamertje met een klein raampje. Als hij door dat raampje keek, zag hij de toppen van de bomen en de lucht. Op een dag ziet hij twee vogels en hij wordt boos op zichzelf en schrijft zijn gedachten op in een gedicht:

hebben olla vogala nestas
hagunnam hinase hic anda thu
wat umbidam we nu?
dat betekent:

Alle vogels bouwen hun nest,
behalve jij en ik.
Wat houdt ons tegen?

Liefdesgedichten van 1647 t/m 2009

1647

Leonoor

Leonoor, mijn lieve licht,
Voor uw oog de zonne zwicht
Met haar blonde stralen,
Die gansch niet, in mijn gezigt,
Bij zijn glorie halen.

Vonken, foelie aan die git,
Gitjes met uw gouden pit,
Bliksemt niet zoo fellik
Dat het hart, dat u aanbidt,
Te eenemaal verwellik.

Lieve Leonoor, gij moordt,
't Harte dat u toebehoort,
Met die lieve lonken,
Zoo mij niet een troostig woord
Komt in 't hart geklonken.

Woordjes kunt gij duizend smên,
Die daar geestig, aardig, heen-
Vliên als minnegoodjes.
Maar tot troost en komt er geen
Uit de ivoren slootjes.

Houdt uw eigen slaaf te râ.
Zalig kunt ge'em maken dra,
Zoo gij slechts laat slippen
Op zijn bede een gunstig ja
Uit die lieve lippen.

P.C. Hooft
1887

Aan Hedwig

Wat nu een kerkhof in mij is, was, lang geleên,
Een vrolijk marktplein, waar een dartle zwerm dooreen
Krioelde van de dolste droomen, somtijds wel
Wat al te dol, en toch vermaaklijk en hun spel.

Het was me een leventje daarbinnen! Zien verging
Een mensch en hooren. Doch op eenmaal, daar verging
Een aaklig steunen 't blij rumoer, en dan - een gil
Als van een zinkende equipage. En toen was 't stil.

Ach, wat geen enkle van mijn droomen had verwacht:
Een zoete vrouwenhand had ze allen omgebracht.
Zoet, valsch, arm handje! 't Vonnis, dat u trof, was zwaar:
Gij hebt u moeten geven aan een weduwnaar.

Gij glimlacht, Hedwig, maar ik zeg u, glimlach niet!
Nog strenger oordeel zie ik voor u dagen in 't verschiet.
De hand, die eens mijn dromen worgde, was wel wreed,
Maar wreeder was nog, wat uw dartle hand misdeed.

Op de piano dansend dorst uw hand begaan,
Wat zelfs hyena's slechts bij nacht bestaan:
Met onbarmhartig-smeltendteêr klaviergeluid
Trok ze al mijn doode dromen weer hun graven uit.

Afschuwlijk! Wat reeds halfvergaan was in den schoot
Van mijn gemoed, dat woelde uw wreevle hand weer bloot
Het is daarbinnen niet meer uit te houden! 'k Stik,
Als ik maar even afdaal in mijn eigen ik!

En toch, met wellust zou 'k me domplen in mij zelf,
Kon 'k u slechts met mij sleuren in dat grafgewelf.
Als 'k u daar, Hedwig, in de stikstof smoren zag,
Hoe zou mijn ziel dan dreunen van mijn laatste lach!


Piet Paaltjens
1889

Een gedeelte uit ‘Mei’

Niets in de ruime wereld is zoo blij
Als deze aarde: Cynthia als ze zit
In hare nachtboot, toont het blank gebit
Van lachen en de tweelingsterren staan
Stil bij haar, vragend: zal ze hier langs gaan?
En er is altijd vreugde in de lucht
Waar zij voorbij is en het zacht gerucht
Van hare vleugels wijkt. Dan liggen bloemen
Op haren weg en kleine eng'len noemen
Ze zamelend haar naam, hoe vol ze was
Van wonderen. En in het dichte gras
Dat in de hemelwei groeit, liggen zij
Lang pratend' of alleen in mijmerij.

Herman Gorter
1916

Een lied

Een vrouw die, een heideheuvel afdalend, kleine, paarse
heidebloemen strooit over het hoofd van de welbeminde
en lacht, zó zijt gij tot mij gekomen
zomerlik reëel, sterke
ziel van buiten, geworden tot mijn ziel;
kracht, die weer buitenwaarts gaat.

Paul van Ostaijen
2009

Nooit

Nooit wil ik in andere
arme rusten.
Nooit wil ik andere
lippen kussen.
Jou verschijning heeft
mijn hart geraakt
en jou karakter heeft
mij verliefd gemaakt.

Het verschil tussen Romantiek en romantisch

Romantiek en romantisch hebben allebei met gevoel te maken maar bij romantisch is dat gevoel vooral liefde en bij Romantiek is het vooral het verklaren van dingen vanuit het gevoel. Romantische mesnen hebben het verlangen naar het onuitsprekelijke en zijn op zoek naar iets wat ongrijpbaar is, bijvoorbeeld een andere, ideale wereld.

Romantisch elfje

hier
bij elkaar
op het strand
bij maneschijn en sterrenlicht
blijf ik je trouw

Het Romantische ABC

altijd
blozen
champagne
delen
eeuwig
fantasie
geluk
happy
ideaal
jij
koppel
liefde
maneschijn
nachtzoen
oogcontact
prieël
quizzen
ridders op witte paarden
sterrenlicht
trouw
uitleven
verlangen
wij
x- eenheid
yahtzee
zonsondergang

vrijdag 22 mei 2009

Triviaallectuur

Triviaallectuur is eigenlijk een beetje het tegenovergestelde van literatuur. Het is vaak een overdreven liefdesverhaal. En de gebeurtenissen en gevoelens zijn allemaal beschreven, hierdoor hoef je helemaal niet meer na te denken bij het lezen. Ook de rol van de personages zijn aan het begin van het verhaal al duidelijk. En als je al een paar van dit soort boeken hebt gelezen kan je meestal aan het begin ongeveer het vervolg van het boek wel voorspellen. De boeken zijn voor mannen en vrouwen ook vaak erg verschillend. Maar bij allebei zijn de gevoelens en emotie's ook overdreven en er komt altijd wel een punt in voor waar een misverstand of ruzie ontstaat, maar het heeft uiteindelijk toch een happy end. De personen in de boeken zien er vaak goed uit. En het verlangen naar wat je niet krijgt (of wel) wordt ook vaak beschreven. Een bekend voorbeeld van deze boeken is de bouquetreeks.

Verschillen tussen de Verlichting en de Romantiek

De Verlichting:

- ingeperkt

- alleen maar zicht op de echte wereld en niet die van je dromen

- heel veel regels

- kerk als instituut

- het zien van de natuur als iets dat bedwongen moet worden, en iets dat je kunt ontleden

- leven in de werkelijkheid en niet in de fantasie

- gebonden aan regels en tradidies

- voor de industriële revolutie

De Romantiek:

- open en onzeker

- vooral kijkend naar hun droomwereld

- veel vrijheid

- ze hadden de kerk niet nodig, hadden genoeg aan hun eigen verbondenheid

- ze hadden veel verlangens, maar dan ook alleen verlangens, niet dat ze het echt wilden hebben

- het wereldbeeld werd door hun geromantiseerd

- ze maakten plaats voor meer creativiteit

- tegen alle soorten revoluties

- ze zagen de natuur als een medium, en keken naar de natuur met gevoel

Nicolaas Beets



Nicolaas Beets werd in Haarlem geboren, zijn vader was apotheker. Hij studeerde van 1833 tot 1839 theologie aan de Rijksuniversiteit van Leiden, en hij werd in 1839 doctor in de theologie. In zijn studententijd maakte hij kennis met het werk van de Engelse dichter Byron en schreef dichtstukken in die hierop leken, zoals 'José' (1834), 'Kuser' (1835) en 'Guy de Vlaming' (1837). In 1840 werd Nicolaas beroepen tot predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk in Heemstede, waar hij in hetzelfde jaar trouwde met Aleida van Foreest. Hij heeft daar ook een basisschool opgericht. Deze bestaat nog steeds en heet nu de Nicolaas Beetsschool. In 1854 verhuisde hij naar Utrecht. Van 1874 tot 1884 was hij hier hoogleraar in de kerkgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit.

Hij schreef proza, poëzie en preken. Zijn bekendste werk is de Camera Obscura, dat hij onder het pseudoniem Hildebrand schreef in zijn studententijd en waarvan de eerste versie verscheen in 1839. Hij bleef tijdens de jaren daarna vaak verhalen toevoegen aan het werk waardoor het pas helemaal klaar was in in 1851. Hij zette voorin het boek dat alle personages fictief waren. Hierdoor probeerde hij de mensen met hun aandacht bij het boek te houden. Hij wilde niet dat lezers mensen uit hun omgeving met de personages gingen vergelijken. De personages waren vaak uit de rijkere klasse. Ze kregen vaak bijnamen die al aangaven wat voor een karakter ze hadden. Later werd ook gezegd dat een paar personages toch wel hadden bestaan en het boek is dus voor een deel autobiografisch. Beets overleed op 88-jarige leeftijd in Utrecht aan een hersenbloeding.

Gedicht: Verlangen

Verlangen


Is het al voorbij?….. dit stille spel
Jouw wang….. die langs mijn haren streelt.
Jou stem….. die zacht mijn naam uitspreekt….
Jouw hand….. die met de mijne speelt…
Is het al voorbij?

Ik verlang niet veel… een stille lach
Het zachte drukken van je hand…
Een enkele blik….. zo nu en dan,
Symbool van een mooie band.
Ik verlang niet veel….!

Je hart zegt ja….. ik voel het wel…
’t klopt in de palm van mijn hand.
Je hart zal toch de sterkere zijn…,
Tot alle weerstand verbrandt…!
Je hart zegt ja…!

Waarom, mijn lief, zo lang gewacht…,
Want liefde kent geen dag… geen uur!
Ik warm je hart….. in de palm van mijn hand.
Waarom zo angstig voor het vuur….??
Waarom mijn lief…??


Versieren door de eeuwen heen

Vroeger was het een soort noodzaak om een meisje te versieren, wat toen nog heel netjes "het hof maken" heette. Als man probeerde je dan ook de mooiste meisjes te versieren, en dan ging het meestal niet eens om de liefde die je voor iemand zou moeten voelen want daar in die tijd ging het erom dat je de mooiste vrouw aan de haak sloeg om mee te pronken en kinderen mee te krijgen. De rijkere families hielden toen ook heel veel feestjes en nodigden daar ook veel mannen op uit zodat ze hun dochters aan die mannen konden voorstellen. Dan moest je als vrouw wel een hele goede indruk maken, dus gingen die alleen heel erg opgedoft naar zo'n feestje. Wanneer je als vrouw belsoot om niet te trouwen dan werd je meteen als een oude vrijster aangezien, en dat bleef je dan ook door de jaren heen. Ook was je dan een soort van hopeloos geval omdat je niet, zoals nu, gewoon kunt gaan werken. De vrouwen die in die tijd niet trouwden hadden dan gewoon geen geld, eten, huis en waren dus een soort van verdoemd.
Nu is het versieren eigenlijk alleen nog maar een soort van hobby en het middel om de man/vrouw te krijgen van wie je houd. Wanneer je nu met iemand wilt trouwen dan doe je dat uit liefde en niet uit schoonheid, want dan is dat huwelijk gewoon nutteloos want dan ga je na een tijdje toch weer uit elkaar omdat jullie erachter zijn gekomen dat jullie allebei iemand anders leuk vinden en niet elkaar. Nu kan je als vrouw ook gewoon wachten op de juiste man in plaats van je aan de eerste de beste te geven. Nu kan je ook gewoon een baan zoeken, huis en eten kopen enz. je bent nu helemaal niet meer afhankelijk van je man.
We hebben op school ook een onderzoek gedaan naar hoe jongens meisjes versieren en andersom. Daar hebben we een lijkstje van gemaakt:

  • Jongens:

- complimentjes geven: vooral over het uiterlijk en soms over intelligentie

- babbelen over zichzelf, en wat de ander doet in de vrije tijd

- naar een meisje toelopen en mening vragen (wat is het engst: spinnen of slangen) en aan het eind van het gesprek haar nummer vragen.

- spontaan en selfverzekerd doen en grapjes maken

- haar helemaal uithoren over zichzelf

- respecteren

- aardig zijn en haar verjaardag niet vergeten

- goede openingszin (rijkdom, maar niet overdreven)

- tijd en aandacht aan iemand besteden

- samen dingen doen, onderwerpen waar ze het eerder over had weer bespreken, details onthouden

- nummer, msn vragen en afspraakjes maken

- aardig zijn en complimentjes maken

  • Meisjes

- shirt wat naar beneden en lief lachen

- oogcontact maken

- praten en dan nummer vragen of msn

Gedicht van Piet Paaltjens

't Avondt. Aan de westertransZinkt,
in goud gehuld en glans,
Statig 't zonnelicht ter neer
In den schoot van 't wieglend meer,
Dat, als 't bloosde van verlangen,
Om het in zijn bed te ontvangen,
Inkarnaat voelt gloeien op zijn wangen.

't Avondt. Door het heidekruid
Suist als aeoolsharpgeluid
't Windeken en kust zoo zacht
Al de bloempjes goedennacht.
't Orgelend lied der vooglenkelen
Zwijgt in 't loover der abeelen,
't Sjirpend krekeltjen in de struweelen.

't Avondt. Aan den zoom van't meer
Zit een bleeke jongeling neer.
't Donker oog, naar 't west gericht,
Volgt het scheidend zonnelicht.
Tranen aan dat oog ontleken,
Die van grievend lijden spreken,
Lijden, - dat een jongelingshart doet breken.

't Nacht. En lange reeds verdronk
Ook de laatste zonnevonk.
Duisternis als van het graf
Daalde op meer en velden af.
Slechts het suizen van de blaren
Hoort men en 't geruisch der baren.
-Immer blijft de jongeling voor zich staren.

't Morgent. En een maagdlijk blond
Verft in 't oost den horizont.
't Blond verzilvert. 't Zilver smelt
Tot een goudzee. Trotsch ontsnelt
't Vlammend zonvuur aan de kimmen.
Damp en nevelen verglimmen
Straks tot purper bij zijn opwaartsklimmen.

't Morgent. Aan den zoom van 't meer
Zit nog steeds de jongeling neer,
't Bleek gelaat naar 't west gericht.
Maar zijn oog is blind voor 't licht,
Voor de bloemen, weer ontloken.
Opgehouden heeft te koken's Jongelings bloed.
- Zijn harte was gebroken.

Piet Paaltjens

De naam piet paaltjens was de pseudoniem van François HaverSchmidt. Hij werd geboren in Leeuwarden, als zoon van de apotheker en wijnhandelaar Nicolaas Theodorus HaverSchmidt en Geeske Bekius. François ging later theologie studeren in Leiden, waar hij woonde aan de Hogewoerd 63. Hij huurde kamers op de eerste verdieping in het pand waarvan de begane grond bewoond werd door een doodbidder die later in een van zijn gedichten zou figureren in een morbide voorspellende rol: Als ik een bidder zie loopen,/ Dan slaat mij 't hart zoo blij,/ Dan denk ik, hoe hij weldra/ Uit bidden zal gaan voor mij.

Zijn bekendste bundel is Snikken en Grimlachjes uit 1867 die op een wrang-ironische manier een beeld geeft van zijn leven als student in een zeldzame vorm van cynische romantiek. Piet Paaltjens wordt in deze bundel door middel van een mystificatie opgevoerd: de schrijver geeft in de inleiding een levensgeschiedenis van de student-dichter Paaltjens tot zijn verdwijning uit Leiden 'op den 9 oktober 1853. François bestreed in dit boekje zijn neiging tot depressiviteit door het sentimentalisme in zijn poëzie belachelijk te maken.

François heeft in zijn leven ook als predikant gewerkt en dan wel achtereenvolgens in Foudgum, Raard, Den Helder en Schiedam. In Tiel, op de bruiloft van zijn goede vriend Adrianus van Wessem, ontmoette hij Jacoba Johanna Maria Osti met wie hij in 1863 trouwde. Zijn breuk met het zorgeloze studentenleven en de vaak uitzichtloze situaties in levensomstandigheden van zijn kerkgangers maakten dat zijn sombere aard zich versterkte en hij ging lijden aan depressies. Toen zijn echtgenote in 1891 overleed was dat mede de aanleiding voor hem om zich (een paar jaar later) op te hangen met een koord in de bedstee. Hij had zich eindelijk, zoals biograaf Nieuwenhuis het zou beschrijven, "overgegeven aan zijn worgengel".
HaverSchmidt wordt beschouwd als een van de schrijvers van het Oera-Linda boek, een mystificatie over de oude Friese beschaving, die ten onder zou zijn gegaan.

Er is ook een borstbeeld van Piet gemaakt, hij werd in 1986 onthuld in Leeuwarden.

donderdag 21 mei 2009

Bekende schrijvers uit de periode van de Romantiek





  • Sir Walter Scott: Walter Scott schreef het boek dat nu bekend staat als 'Ivanhoe' en dat toen 'De lotgevallen van Ferdinand Huyck' heette (in die tijd was het zo dat wat je las dat kreeg je, er zat weinig opbouw in een verhaal. Je wist al gewoon bijna meteen wie alles had gedaan en wie de onschuldige was, het waren platte personages, terwijl je nu leest dat op het ene moment je die verdenkt omdat dan alle richtingen naar hem leiden, en het andere moment lees je dan weer dat het eigenlijk een ander moet zijn. En uiteindelijk op het laatst lees je hoe het nou werkelijk zit. Dit zijn gelaagde personages die een "ruwe bolster" hebben en een "blanke pit".).


  • Mary Shelley: Mary Shelley mocht van haar ouders niet trouwen met de man van wie zij hield. Zij trouwden toen in het geheim in een klein plaatjse in Engeland. Zij gingen toen samen in Zwitserland wonen. Op een heel regenachtige zomer hielden ze een wedstrijd wie het beste griezelverhaal kon schrijven. Mary was uiteindelijk de enige die haar verhaal heeft afgeschreven. Zij schreef het allereerste griezelboek: "de maakbare mens", die nu ook wel bekend is als "Frankenstein".


  • Jacob en Wilhelm Grimm: zij verzamelden en herschreven de volksverhalen, die zij bundelden en over de hele wereld uitgaven.


  • Anthony Christiaan Winand Staring: Staring werd in 1767 geboren in Gendringen, maar groeide op in Gouda. In 1773 ging hij naar de Franse school. En in 1782 naar de Latijnse school in Gouda. In 1783 vertrok hij om in Hardewijk te gaan studeren. In 1791 ging hij in 'Kasteel de Wildenborch' in Vorden wonen. Hier startte hij een school voor de kinderen en boeren uit de omgeving. Hij is bekend geworden door zijn verhaal over de hoofdige boer: "De mensen uit Almen gingen in de winter niet naar de kerk omdat ze dan een stukje door de berkel moesten lopen en daar ziek van werden. Daarom liet de priester een brug bouwen. Maar er was een boer die zei: 'Wat goed was voor onze voorvaderen is ook goed genoeg voor ons'. En hij bleef door de berkel naar de overkant gaan. Zijn medeburgers volgden zijn voorbeeld en de enige die de brug nog gebruikte was de priester". Het werk van Staring werd alleen niet erg gewaardeerd omdat het moeilijk toegankelijk was. Hij stierf in 1840.


De Brandnetel: verlicht en romantisch





  • De brandnetel is een plant met lange stengels en veel puntige blaadjes. In de bloeiperiode komen er allemaal trosjes met bloemtjes die een lichtgele kleur hebben. Als de brandnetel bedreigd word, dan prikt hij diegene die te dicht bij is. De prik van een brandnetel jeukt erg en vormt een bultje op de plek waar hij toesloeg.


  • De brandnetel is niet geliefd in de natuur, en dat komt omdat hij heel stekelig is en altijd in een slecht hemeur. Ze weten echter niet dat dat komt omdat hij altijd alleen is, tenzij de vlinders er komen om eitjes te leggen, en dan zijn ze ook zo weer weg. Maar het zijn de enige vrienden die hij heeft, dus dan beschermt hij ook maar meteen de eitjes die ze hebben gelegd. Maar wanneer er een andere plant op zijn pad komt, die is opgewassen tegen zijn stekelige humeur, en een middeltje heeft tegen het branden en jeuken van het wondje, vergeet hij alles en wijdt zich helemaal aan zijn nieuwe vriend, de weegbree. Zo hoeft hij zijn leven niet te slijten als een oude knorpot.

Literaire vormen van de Romantiek



  1. Het noodlot: het noodlot is iets wat je niet kan tegenhouden, en wordt zo ongeveer beschreven in 'het rad van avontuur' van Tollens, en in 'Litanie (lofzang) van Satan' van Charles Baudelair, die daar voor werd gestraft.


  2. De natuur: de natuur werd vaak in verband gebracht met beleving, gevoel, beschrijving en emotie.


  3. Griezelverhalen: het eerste griezelverhaal werd geschreven door Mary. Samen met twee mannen zette ze een weddenschap op wie het eerst een goed griezelverhaal schreef. Mary is uiteindelijk de enige geweest die het verhaal heeft afgeschreven, het heette: 'de maakbare mens' (frankenstein).

  4. Historische roman: de historische romans hebben te maken met het gevoel, je op een andere plek denken dan normaal en de tijd waarin je leeft. Veel mensen dromen met dit soort romans weg en meestal zijn ze het populairst wanneer er iets is gebeurd in het leven van iemand dat je wilt vergeten.

Van de Verlichting naar de Romantiek



De periode van de Romantiek begon met een verzetvereniging. De mensen verzetten zich tegen alle regels: tegen de regering, de overheersing van het verstand (ze zeiden dat het gevoel beter was), tegen de gevolgen van de industriële revolutie en tegen de regels van het classicisme (de klassieke oudheid (de mensen toen hadden als idolen de mensen van de oudheid, en de mensen van de Romantiek hadden als idolen de mensen van de middeleeuwen, maar dan wel geromantiseerd)).


De mensen van de Romantiek vonden het gevoel belangrijker dan het verstand, en ze hadden heel veel achting voor de kunstenaars. Door de mensen in de Romantiek werd ook heel anders gekeken naar de natuur. De Verlichters vonden dat de natuur iets was dat moest worden getemd, maar de mensen van de Romantiek hadden in de natuur het gevoel dicht bij God te zijn. Ze keken ook anders naar God, want de kerk vonden zij niet meer nodig omdat ze God nu overal in de wereld konden vinden: vooral in de kunst en de natuur. Daar konden ze het beste contact maken met Hem. Ze wilden creativiteit en lieten de kerk stikken. De mensen van de Romantiek verlangden ook naar een droomwereld die werd geromantiseerd. De Verlichters hadden alle mensen naar de grote steden gehaald, maar zij haalden ze weer terug naar het platteland. "Wat goed genoeg was voor mijn voorvaderen, zal ook goed genoeg zijn voor mij!", zei de hoofdige (koppige) boer nadat een priester een brug had laten bouwen over een riviertje zodat er meer mensen naar de kerk zouden komen.


De romantische mensen waren ook heel erg verlegen, wat in de loop der tijd bleef als een kenmerk van een romanrisch iemand. De woorden: vrijheid, gelijkheid en broederschap, die in de Franse Revolutie tot stand waren gekomen in Frankrijk, hadden ook Nederland bereikt en waren zo ongeveer dé woorden van de Romantiek.

Hoofdstuk 2: Sentimentalisme

Rheinvis Feith werd geboren in een welgestelde familie in Zwolle. Rheinvis was het enige kind daar en werd daarom dus ook heel erg verwend. Hij was hypergevoelig. Zijn vader werkte bij de belastingen en wilde een belangrijke baan voor zijn enige zoontje. Toen Rheinvis 11 was werd hij in Harderwijk op een Latijnse school gezet. Na twee jaar, op zijn 13e, kwam hij weer naar huis. Daar werd een privéleraar voor hem aangesteld die hem allemaal dingen leerde. Later ging hij rechten studeren op het Atheneum in Deventer. Hij deed daar één jaar over en ging toen weer naar huis. Zijn vader verkeerde in de veronderstelling dat hij nu ook wel een goede baan zou gaan zoeken, maar Rheinvis wilde geen werk, hij had daar geen zin in en wilde in de poësie. Een paar jaar later trouwde hij en kreeg veel tijd voor de poësie die hij graag wilde. Rheinvis maakte veel gedichten, briefromans, toneelstukken, verhandelingen, enz., en zijn belangrijkste werk was het boek: "Julia".

zondag 17 mei 2009

Gebouwen, tuinen, mode en schilderskunst




  • De tuinen: de tuinen in de 18e eeuw waren altijd in hokjes verdeelt, alles wat "anders" was moest worden getemt en zo ook de natuur die zo toen ook werd gezien.




  • De mode: de mode in de 18e was altijd heel wijd, de rokken werden bij je heupen nog extra uitgeweidt door er een soort van hoepeltjes omheen te doen. De vrouwen droegen ook altijd een korset. Aan de kleren van de vrouwen zaten altijd veel kantjes en ruches en de kapsels waren altijd heel hoog.

  • Gebouwen: de gebouwen in de 18e eeuw hadden een soort van trappetje aan de voor- en achterzijde van het gebouw (sommige, niet allemaal). verder hadden de gebouwen allemaal een puntdak en waren het best hoge gebouwen.




  • Schilderskunst: de schilderkunst in de 18e eeuw was heel uitgebreid en heel precies, en vaak beeldden de kunstenaars mensen af.

vrijdag 15 mei 2009

Het verspreiden van kennis

Empirisme zijn zintuigelijke waarnemingen. Je ziet, hoort, proeft, ruikt of voelt dingen die je daardoor kan verklaren. Om deze redenen werden de middenstandsmensen belangrijker dan ervoor.


De mensen konden, door de kennis die ze bij bovenstaande ondervonden, ook boeken schrijven die belangrijk waren voor de mensheid. Een van die boeken was meteen ook het allerbelangrijkste en dat was de encyclopedie van J. A. de Chalmot.


De mensen vonden het belangrijk dat die kennis werd verspreid en gingen dus allerlei dingen organiseren waardoor de kennis ook een kans kreeg om verspreidt te worden.



  1. Herensociëteit: bij de herensociëteit werd er over alle dagelijkse dingen gepraat die dan weer verderpratend werden verspreidt. Natuurlijk kwamen daar alleen mannen.
  2. Academies en genootschappen: bij deze groepen mensen werd er gepraat over wetenschappelijke problemen, en uitvindingen die ze aan het doen waren of die ze hadden gemaakt. Hier waren ook weer voornamelijk mannen.

  3. De Franse salon: dit was ongeveer de enige bijeenkomst waar vrouwen ook bij waren, zij organiseerden het: de vrouwen nodigden mannen uit om bij hen thuis te komen, vooral werden dichters, schrijvers, schilders en kunstenaars uitgenodigd. Ze praatten dan vooral over dagelijkse problemen die ze tegenkwamen, en ook over voorgedragen gedichten, voorgelezen verhalen, kunst besproken enz.

  4. Het Koffiehuis: in het koffiehuis werden de dingen gepubliceerd die men op de herensociëteit had besproken.
  5. Kranten en Tijdschriften: de kranten en tijdschriften in deze tijd waren heel erg gedetailleerd en altijd beschreven alsof je een toeschouwer was en niet mee had gedaan. De eerste krant kwam uit in 1711 en heette "de Spectator" wat een engels woord is en wat betekent: toeschouwer.

Betje Wolff en Aagje Deken

Betje Wolff (Elizabeth Wolff-Bekker, was een Nederlandse schrijfster.
Betje Bekker werd geboren in een gegoede calvinistische familie. Ze had een onstuimig karakter en vrijzinnige ideeën. Ze trouwde op 18 november 1759 met de 52-jarige predikant Adriaan Wolff. In 1763 debuteerde zij met de bundel Bespiegelingen over het genoegen. In 1777, na de dood van haar echtgenoot, ging Betje Wolff samenwonen met Aagje Deken en begonnen zij gezamenlijk te publiceren. Hun grootste successen waren de briefromans: "De Historie van mejuffrouw Sara Burgerhard" (1782) en "Historie van den heer Willem Leevend" (1784-1785). In 1778 verhuisden Betje Wolff en Aagje Deken naar De Rijp. In 1782 vestigden ze zich in Beverwijk.
Vanwege hun patriottische sympathieën verhuisden Betje Wolff en Aagje Deken in 1788 naar Trévouz bij Lyon in het departement Ain (regio Rhône-Alpes). In 1789 verscheen "Wandelingen door Bourgogne". Tussen 1793 en 1796 schreven ze aan "Historie van Mejuffrouw Cornelia Wildschut", of "De gevolgen van de opvoeding", een roman in 6 delen. Door financiële nood moesten zij in 1797 terugkeren naar Holland, waar ze in Den Haag woonden. Betje Wolff stierf in Den Haag in 1804. Zij is begraven op de begraafplaats Ter Navolging in Scheveningen.






Agatha Deken werd geboren in 1741. In 1745 overleden haar ouders, en werd zij ondergebracht in het collegianten-weeshuis 'De Oranje Appel' in Amsterdam. Daar bleef ze tot 1767, na het verlaten van het weeshuis had ze verschillende dienstbetrekkingen. Later begon ze een koffie- en theehandeltje. In 1769 werd Deken lid van de Doopsgezinde Gemeente in Amsterdam.
Toen Aagje Deken 29 was nam ze haar intrek bij haar vriendin Maria Bosch, als ziekenverzorgster. Maria Bosch overleed in 1773, in 1775 verscheen de bundel 'Stichtelijke gedichten', die Deken samen met Maria Bosch had geschreven.
In 1776 begon de briefwisseling tussen Aagje Deken en Betje Wolff, die toen al enige werken op haar naam had staan. In oktober van dat jaar ontmoetten zij elkaar voor het eerst. Nadat in 1777 Betjes man, dominee Wolff, overleed, trok Deken bij Wolff in. In september 1777 betrokken zij samen een huurhuisje in De Rijp, en publiceerden zij hun eerste gemeenschappelijke werk: 'Brieven'. In 1781 erfde Deken ruim 13.000 gulden, en de twee gingen in het buiten 'Lommerlust' in Beverwijk wonen. Aagje Deken stierf uiteindelijk negen dagen later dan Betje Wolff, en werd samen met haar begraven op de begraafplaats: Ter Nagedachtenis in Scheveningen.
De briefroman van de beide vrouwen is uniek omdat de problemen uit het dagelijkse leven van verschillende kanten werden bekeken: er was één hoofdpersoon en daaromheen nog een aantal personen die het in een ander perspectief bekeken.

De Ware Rijkdom

Geen geld bekore ons jong gemoed
maar heiligheid en deugd
de wijsheid is het nodigst goed
en sieraad van de jeugd.

Wat is toch rijkdom? wat is eer?
Een handvol nietig slijk.
Gods vriend te wezen is veel meer;
Die Jesus lieft, is rijk.

Komt vallen we onzen God te voet
Om deugd en heiligheid:
Zo wordt op aarde ons jong gemoed
Ten hemel voorbereid.

Dan krijgen wij dien besten schat,
Die nimmermeer vergaat.
Dan loopen wij op het deugdenpad,
En schrikken van het kwaad.

Hieronimus van Alphen

De Pruimenboom

Jantje zag eens pruimen hangen, o! als eieren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken
schoon ze vader het hem verbood.
Hier is, zei hij, nog mijn vader,
nog de de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,

die hem stil beluisterd had,.
Kwam hem in het lopen tegen
voor aan op het middelpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader,
kom mijn kleine hartedief,
Nu zal ik U pruimen plukken;
heeft vader Jantje lief.
Daar op ging Papa aan 't schudden,
Jantje raapte schielijkop;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
en liep heen op een galop.

Hieronymus van Alphen



Hieronymus van Alphen is een bekend dichter, vooral een dichter voor kinderen. Hij werd geboren op 8 augustus 1746. Toen zijn vader stierf toen hij vier was, verhuisde hij met zijn moeder naar Utrecht. Hij studeerde rechten en letteren in Leiden.
In 1768 werd Van Alphen advocaat in Utrecht. In 1772 trouwde hij met Johanna Maria van Goens, die drie jaar later, bij de geboorte van hun derde kind, overleed.
In 1780 werd hij advocaat in Utrecht en hertrouwde hij met Catharina Geertruyda van Valkenburg, met wie hij nog twee kinderen kreeg.
In 1789 werd hij in Leiden benoemd tot stadspensionaris (een jurist die het stadsbestuur adviseerde) en vier jaar later tot Thesaurier-Generaal (te vergelijken met een minister van financiën) van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Toen de Republiek ineenstortte, in 1795, legde Van Alphen als overtuigd Organist zijn functie neer. In de periode 1794-1799 stierven twee zoons, een kleinzoon en een schoondochter.
In 1803 overleed Hieronymus van Alphen aan een beroerte. In 1807 kwamen zijn tweede vrouw en een dochter om bij de grote Leidse Buskruitramp.

maandag 11 mei 2009

Hoofdstuk 1: Rationalisme



De letterlijke betekenis van Rationalisme is: de leer van het verstand, want in dit woord betekent ratio: het verstand en isme: de leer van. De mensheid werd opnieuw beoordeelt. In deze tijd werden ook een aantal voorwerpen uitgevonden die we nu nog steeds gebruiken: de microscoop en de telescoop die ervoor zorgden dat de wereld van de mensen werd uitgebreid, hun blik werd verruimd en werden ze zich bewust dat ze zelf konden denken en doen. Met de komst van de microscoop kwamen de mensen er ook achter dat ziektes ontstaan door bacteriën en achtten het belangrijk dat je jezelf schoonhoud, want dat houd ziektes buiten. Descartres deed in deze tijd ook de uitspraak: 'Ik denk dus ik besta!' ( cogito ergo sum).

De thema's van de literatuur waren vooral nadenken en reisverhalen, die dan ook meestal een boodschap bevatten van de schrijver voor de mensheid. Die boodschappen vielen dan meestal terug op de 7 deugden die de mensen elkaar probeerden bij te brengen.




  1. Eer je vader en moeder


  2. Gehoorzaamheid


  3. Eerlijkheid


  4. Reinheid (van gedachten en lichamelijk)


  5. Leergierigheid


  6. Bescheidenheid


  7. Godsvruchtigheid


Wat is Literatuur

Alles wat je kunt lezen is lectuur en darvan bestaat een kleine selectie uit literatuur. Een boek is literair wanneer er een aantal punten in het boek voorkomen. Wanneer die punten er niet staan, is het geen literatuur maar lectuur.
Literatuur staat hoger in waarde dan lectuur omdat het niveau, door het taalgebruik en andere dingen hoger wordt.
De punten die in het boek voor moeten komen voor het literatuur is, zijn:

  • Relatie tussen tekst en werkelijkheid

- verzonnen elementen

- nabootsing van de werkelijkheid

  • Materiaalbehandeling

- taal -- zinsbouw en beeldspraak

  • Meerduidigheid

    - zinnen waar iets gezegd wordt moet open gelaten worden, zodat bij een eventuele film of toneelstuk zelf kan worden ingevuld en het niet vaststaat met wat voor emotie iets wordt gezegd.
  • Traditie en vernieuwing

- het moet wel vernieuwend zijn maar toch traditioneel, iets waar vooral nieuwe,jonge schrijvers moeite mee hebben, en meestal zorgen zij dan toch ook voor een nieuwe generatie boeken die niet heel traditioneel zijn en juist wel vernieuwend.




Inleiding

Deze periode gaan we het hebben over Literatuur, waaronder de Verlichting en de Romantiek. Deze tijd loopt van 1750 tot en met 1850. Ook gaan we het hebben over Literatuur en schrijvers: van 1750 tot 1800, de periode van de Verlichting, waar we de vraag kunnen stellen: Wat is Romantiek? en wat is romantisch?